Raadpleeg bij vragen over SSRI's altijd een medisch professional.
        Deze site gebruikt alleen functionele cookies.
        
 
        Kijk voor meer informatie op onze 
        
        Privacy
        pagina.
    
        Raadpleeg bij vragen over SSRI's altijd een medisch professional.
SSRI's zijn veelvoorkomende medicijnen in de behandeling van depressie. SSRI staat voor Selective Serotonine Reuptake Inhibitor. SSRI's zijn alleen oraal in te nemen, bijvoorbeeld als tablet of drank.1
SSRI's zijn veelal medicijnen van de eerste keuze bij depressies. Dit komt voornamelijk door de lage kans op bijwerkingen.2,3
SSRI's vergroten de beschikbaarheid van de neurotransmitter serotonine in de synaptische spleet.3 De synaptische spleet is de regio tussen twee hersen- of zenuwcellen, waar neurotransmitters uitgewisseld worden. Het exacte werkingsmechanisme en effect op depressie is nog niet volledig bekend. Aangenomen wordt dat hersen- en zenuwcellen gestimuleerd worden door de vergrote beschikbaarheid van serotonine. SSRI's hebben relatief weinig effect op andere neurotransmitters zoals dopamine of noradrenaline.1 SSRI's en de meeste andere antidepressiva worden meestal pas werkzaam na twee tot vier weken.4
SSRI's hebben relatief weinig bijwerkingen vergeleken met andere medicijngroepen zoals TCA's (tricyclische antidepressiva). Veelvoorkomende bijwerkingen zijn: seksuele disfunctie, slaapproblemen, gewichtsveranderingen, angst, duizeligheid, droge mond (xerostomia), hoofdpijn en gastro-intestinale problemen.1,3
SSRI's bieden geen bescherming tegen het ontstaan van een depressie en zijn ook niet bij iedereen even effectief. Globaal zorgen antidepressiva bij 50 tot 55% van de patiënten met een depressieve stoornis voor een afname van de ernst van de depressie.4 Deze getallen moeten echter met grote voorzichtigheid worden gelezen: het meten van de werking van een medicijn tegen depressie is namelijk buitengewoon lastig. SSRI's zijn daarom niet duidelijk effectiever dan de andere antidepressiva.5
 
                Het meten van de effectiviteit van een medicijn tegen depressie is geen eenvoudige opgave. 
                Dit komt vooral doordat er veel verschillende wijzen zijn waarop een depressie wordt beleeft, 
                en door de verschillende oorzaken van depressie. 
                De effectiviteit van een medicijn kan daardoor verschillen. 
                Bijvoorbeeld, een rustgevend medicijn kan voor de een helpend zijn, terwijl de ander de effecten van dit medicijn als een afvlakking van het gevoelsleven ervaart. 
                Effectiviteit wordt daarom vaak beschreven als de afname van symptomen zoals somberheid, concentratievermogen of lichamelijke klachten. 
                Toch kan een medicijn bijvoorbeeld een symptoom als slapeloosheid of somberheid verminderen, 
                maar gepaard gaan met negatieve bijwerkingen waardoor het uiteindelijk beter is om met het medicijn te stoppen of te kiezen voor een ander medicijn.
                
                Een andere methode om de effectiviteit van SSRI's te beoordelen is door veranderingen te meten in de kwaliteit van leven.
                Dit is onder andere onderzocht door Hoffman, Curtiss, Carpenter & Kind (2017).6 
                Deze onderzoekers stelden vast dat SSRI's een gematigd effect hebben op de kwaliteit van leven tijdens een depressie. 
                
 
                Binnen de SSRI's vallen de volgende medicijnen:3
                
                - Citalopram
                - Escitalopram
                - Dapoxetine
                - Fluoxetine
                - Fluvoxamine
                - Paroxetine
                - Sertraline
                
Antidepressiva zijn niet bij iedereen op dezelfde manier werkzaam. De zoektocht naar het juiste medicijn dat jouw symptomen bestrijdt kan lang duren en frustrerend zijn. Daarnaast lijkt het misschien alsof je niet serieus wordt genomen omdat je steeds weer een nieuw middel of andere dosis krijgt voorgeschreven. Dit is helaas vaak een noodzakelijk kwaad dat bij jouw persoonlijke zoektocht naar het juiste medicijn hoort. Het belangrijkste dat je kunt doen is in de gaten houden of je (a) een verandering in je stemming opmerkt of (b) ongewenste bijwerkingen ervaart. Het kan ook zijn dat je geen veranderingen opmerkt. Bespreek dit in alle gevallen met je arts of andere zorgverlener. Er bestaan in deze zoektocht geen juiste of onjuiste antwoorden en er is helaas geen gouden standaard voorhanden.
Er zijn geen vaste regels omtrent het afbouwen van antidepressiva. Het afbouwen van antidepressiva is een persoonlijk proces, waarbij contact met een medisch professional noodzakelijk is. In het algemeen wordt geadviseerd om langzaam af te bouwen met antidepressiva. Hierbij zijn een groot aantal factoren van belang, waaronder de duur van de depressie, de dosis van het medicijn, de duur van het medicijngebruik en de aan- of afwezigheid van onttrekkingsverschijnselen.7